droplet droplet
1. Ik heb een combinatiegroep 3/4 en mijn collega een 6/7. Welke bouwen kunnen we het beste gebruiken?

Kwink kent drie bouwen: groep 1/2/3, groep 4/5/6 en groep 7/8. Omdat Kwink online wordt aangeboden, kun je bij al het materiaal. Het lijkt slim om het schooljaar voor groep 3/4 te starten met het materiaal voor groep 1/2/3. Na de herfstvakantie (of later) kun je dan overstappen naar het materiaal voor groep 4/5/6.

Groep 6 kan – afhankelijk van het niveau van de betreffende groep – het beste meedoen met groep 7/8.

2. Kan ik ook thuis een les voorbereiden?

Dat kan, door in te loggen op Kwink via Basispoort.
Heeft jouw school nog geen toegang tot Kwink via Basispoort, neem dan contact op met onze abonnementenservice.

3. Moet ik de volgorde van de lessen aanhouden?

Kwink stelt vijf belangrijke groepsfases centraal. Als de eerste drie fases (tot en met de herfstvakantie) goed doorlopen worden, is de basis gelegd voor een goed en fijn schooljaar. Daarom is het van belang om de volgorde van de eerste vijf lessen, in de fases van forming, norming en storming, aan te houden. De lessen in de performingsfase (14 lessen) hoeven niet per se in een vaste volgorde gegeven te worden. De laatste les is speciaal voor de laatste weken van het schooljaar (adjourning).

Kwink raadt overigens wel een vaste volgorde aan. Ook omdat de lessen na elkaar op de website verschijnen. Bovendien sluiten de lessen soms ook inhoudelijk aan bij speciale weken, zoals de Week van de Lentekriebels.

4. Hoe weet ik wat ik allemaal nodig heb voor een les?

Dat staat op het lesformulier en/of de bijbehorende downloads. Het digibord is altijd nodig.

5. Hoe kan ik Kwink in de klas/de school zichtbaar maken?

Dat kan op diverse manieren en dat kun je ook per les bepalen. Zo biedt Kwink bij elke les een zogenaamde Kwink van de Week: de concrete gedragsverwachting. Die Kwink van de Week is een download die je kunt printen en in de klas als poster kunt ophangen. Ook de zogenaamde Kwink-slagen (basistechnieken speficieke vaardigheden van leerlingen) zijn op posters verbeeld en kunnen in de klas een plek krijgen. De Kwink-slagen zijn er op twee niveaus: onder-/middenbouw en voor bovenbouw.

6. Hoeveel voorbereidingstijd vraagt een Kwinkles?

Dat is in z’n algemeenheid niet eenduidig te beantwoorden. In principe vind je alles kant-en-klaar op www.kwinkopschool.nl. Inclusief werkbladen, filmpjes (animaties), interactieve activiteiten, liedjes (ingezongen en soundmix) en alle activiteiten die je met de kinderen doet of zelf laat uitvoeren. Gemiddelde voorbereidingstijd per les: 10 minuten.

7. Hoe lang duurt een les?

Gemiddeld 45 minuten. Als de les langer wordt, raden we je aan de activiteiten bij het onderdeel OEFENEN tijdens een vervolgles te doen. Sluit wel altijd af met de Kwink van de Week. Dit is van belang voor de transitie.

8. Kan ik kinderen die extra sociale vaardigheden moeten ontwikkelen buiten de groep Kwink-lessen geven?

Nee, dat kan niet. Kwink is bedoeld voor preventieniveau 1, een aanpak voor alle kinderen uit een groep die individuele kinderen niet stigmatiseert. Die aanpak is, in combinatie met goed klassenmanagement, voldoende voor 85 tot 90% van de kinderen. Kinderen in preventieniveau 2 (7-10%) hebben een specifiek aanbod van programma’s voor leren en gedrag nodig. En kinderen in preventieniveau 3 (3-5%) zijn gebaat bij een gedragsfunctieanalyse en ondersteuning die nauw aansluit bij hun ontwikkelingsbehoefte.

Je kunt wel gebruikmaken van het archief van Kwink om lessen (of een onderdeel eruit) die je eerder gegeven hebt nog een keer te herhalen. Ook in te zetten als je een actuele les niet voldoende vindt en wilt aansluiten bij de leerbehoefte van je groep.

9. Ik vind de lessen te lang duren. Wat kan ik schrappen?

Dat hangt sterk af van de ontwikkelingsbehoefte van de groep. De lessen zijn zorgvuldig opgebouwd. Schrappen kan dus niet zomaar. Je kunt dan beter de les over twee momenten verdelen. We raden je aan te stoppen na een aantal werkvormen in de fase OEFENEN. Het is wel belangrijk altijd de CHECK-fase te doorlopen. Dit kan ook als OEFENEN nog niet is afgerond.

10. Hoeveel lessen in een jaar kan ik geven?

Kwink biedt jaarlijks twintig compleet uitgewerkte lessen aan: vijf lessen in de fase tot de herfstvakantie (forming, norming, storming), veertien lessen in de performingfase en één les in de fase van adjourning. Door twintig lessen per schooljaar aan te bieden is er ruimte om in bepaalde periodes van het jaar het lesaanbod anders in te vullen. Bijvoorbeeld in verband met feestdagen of actuele gebeurtenissen.

Wil je elke week een Kwink-les geven? Dan raden we je aan de activiteiten bij het onderdeel OEFENEN tijdens een vervolgles te doen. Sluit wel altijd af met de Kwink van de Week. Dit is van belang voor de transitie.

11. Hoe krijg ik snel overzicht over de lesinhoud van Kwink?

Bij elke les biedt Kwink een LESSCHEMA. Dit is opgenomen in de lesbeschrijving.

12. Waar vind ik het jaaroverzicht met lesinhouden?

Het jaaroverzicht en de planning staan op het Prikbord op de Startpagina van Kwink (na de inlog). En bij elke les onder de knop LEERKRACHT (tab VOOR DE LEERKRACHT). Dit lesoverzicht geeft een indruk van alle twintig lessen voor onder-, midden- en bovenbouw en wordt iedere veertien dagen actueel gehouden.

13. Kan ik Kwink ook met andere programma’s voor SEL combineren?

Kwink is een complete methode voor alle groepen van de basisschool en heeft geen aanvulling nodig. Natuurlijk is het naar inzicht van de school altijd mogelijk om onderdelen van andere programma’s toe te voegen. Het is daarvoor belangrijk om te kijken naar:

  • De fase van groepsvorming. In welke fase biedt Kwink een bepaalde les aan (norming, forming, storming, performing of adjourning) en past de gewenste aanvulling ook bij die fase?
  • De inhoud en het doel van de Kwink-les. Ondersteunt de aanvullende activiteit uit een ander programma ook werkelijk hetzelfde doel en past het bij de inhoud?
  • De te verwachten effecten. Helpt de aanvulling bij het versterken van de leeropbrengst?
  • Overzicht voor de leerlingen. Begrijpen de leerlingen nog waar het programma overgaat, passen de vormen bij elkaar enz.?
  • De Kwink van de Week. Zijn de aanvullende activiteiten een versterking van de gedragsverwachting (Kwink van de Week)?
  • De transitie. Maken de aanvullende activiteiten een goede transitie (het in prakrijk brengen van het geleerde) mogelijk?
14. Zijn nieuwe leerkrachten snel op de hoogte van Kwink?

Deze vraag is in zijn algemeenheid niet eenduidig te beantwoorden. Veel hangt af van de begeleiding die een nieuwe leerkracht krijgt van zijn collega’s, de IB-er en/of de Kwink-coach. In basis is Kwink een toegankelijke methode waarbij de overzichtelijke structuur van de lessen op het Digibord helpend zijn.

Naast het kunnen omgaan met de knoppenstructuur is het ook belangrijk dat leerkrachten de uitgangspunten en doelen van Kwink begrijpt en onderschrijft. En dat hij of zij de fases van groepsvorming, de vijf SEL-competenties, het gebruik van het Kwink emotiewiel, de Kwink-slagen, de Kwink van de Week en het belang van transitie kent.
Kwink biedt diverse filmpjes voor leerkrachten om snel inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van Kwink. Er is ook een handleiding beschikbaar via het Digibord: MEER INFORMATIE > ONDERSTEUNING.

16. Besteedt Kwink extra aandacht aan de invulling van de Zilveren Weken?

Hiervoor is binnen Kwink geen extra materiaal. Het is belangrijk om in deze periode na de kerstvakantie opnieuw aandacht te besteden aan de groepsvorming en aan de gemaakte regels en afspraken. We verwijzen scholen hiervoor graag naar het katern ‘Kwink &… de Gouden Weken’. Hierin staat verschillende activiteiten voor groepsvorming die prima herhaald kunnen worden tijdens de Zilveren Weken.

17. Is Kwink ook geschikt voor scholen voor SBO en SO?

Kwink is ontwikkeld voor het regulier primair onderwijs. Maar ook scholen voor SBO en SO maken gebruik voor Kwink, omdat ze onder andere enthousiast zijn over het vele beeldmateriaal en de tweewekelijkse nieuwe filmpjes. In alle gevallen passen deze scholen de werkvormen zelf aan aan het niveau van hun leerlingen.

1. Hoe blijf ik op de hoogte van actuele ontwikkelingen die van belang zijn voor Kwink?

Twee keer per schooljaar ontvangen scholen met een abonnement op Kwink een magazine (vijf per school). Die verschijnen in september en januari. Naast praktische tips en ervaringen van scholen, schrijven diverse specialisten, onder wie dr. Kees van Overveld, over actuele ontwikkelingen op het gebied van sociaal-emotioneel leren. Het Kwink magazine is ook altijd online beschikbaar.

Andere actuele ontwikkelingen staan op het Prikbord op de Startpagina van het Digibord. We houden scholen ook actief op de hoogte via e-nieuws-berichten.

Ook organiseren we (gratis) webinars over SEL- en/of Kwink-gerelateerde onderwerpen.

Verder is er vier keer per jaar voor leerkrachten een informatiebrief. Er is ook een informatiebrief voor ouders. De informatiebrieven zijn te vinden bij de lessen op het digibord onder de knop LEERKRACHT > VOORBEREIDING > VOOR THUIS / VOOR DE LEERKRACHT.

2. Wat heb ik nodig om met Kwink te kunnen starten?

Je relatiebeheerder van Kwintessens (uitgever) kan een introductie op Kwink verzorgen voor het hele team. Wij noemen dat ook wel ‘een knoppen-cursus’. Hoe werkt de website? Waar vind je wat? Wat is bedoeld voor de leerkracht en wat voor de leerling enz. Je krijgt een korte uitleg over doel en uitgangspunten van Kwink en het belang en de kracht van sociaal-emotioneel leren. Deze introductie is gratis en kun je als school – bij serieuze belangstelling – al tijdens de periode van een proefabonnement krijgen.

3. Kan ik ook een training krijgen?

Ja, dat kan. We bieden twee type trainingen aan:
a)  De teamtrainingen: een implementatietraining en een opfristraining. De inhoud van deze trainingen wordt in overleg met de trainer altijd afgestemd op de wensen van de school en is passend bij de fase waarin de school zit: een startende of een meer ervaren Kwink-school.
b) Een individuele training: dat is de Kwink-coachtraining
We werken met professionele trainers.
Voor meer informatie over alle trainingen ga je naar de pagina Trainingen.

4. Hoe zorgen we ervoor dat Kwink goed gebruikt wordt?

Het is van belang dat elke school een zogenaamde Kwink-coach aanstelt. Hij of zij (vaak de gedragsspecialist en/of IB-er) zorgt voor een goede borging en regelmatige aandacht voor Kwink. Hiervoor is speciaal het katern ‘De Kwink-coach’ ontwikkeld. Elke school met een abonnement ontvangt één exemplaar van dit katern gratis. Extra exemplaren kosten € 19,95 per stuk en kun je aanvragen bij Kwintessens. Bovendien bieden we een speciale training aan voor Kwink-coaches. Ga hiervoor naar de pagina Kwink-coach training.

5. Kunnen we Kwink ook door onze onderwijsadviesdienst laten ondersteunen?

Ja, dat kan. Kwink werkt samen met een groot aantal onderwijsadviesdiensten in Nederland. Hun SEL-medewerkers zijn getraind door Kees van Overveld en kennen dus de uitgangspunten en werkwijze van Kwink.
Speciaal voor de OAD’s heeft Kwink twee begeleidingskaternen ontwikkeld: ‘Kwink en het belang van goed voorbeeldgedrag van leerkrachten’ en ‘Kwink en het belang van transitie’.

6. Biedt Kwink ook lessen over meidenvenijn?

Tot nu toe is er nog geen les over het onderwerp ‘meidenvenijn’ ontwikkeld. Dat is zeker een serieus onderwerp, maar de makers van Kwink bieden vooral lessen aan die gaan over preventie, waaronder ook het voorkomen van verstorend gedrag en pestgedrag. Verstorend gedrag als meidenvenijn valt daar ook onder. Een ander hoofddoel van Kwink is het realiseren van een sterke, veilige groep waarin zaken als meidenvenijn niet (meer) voorkomen.
Als uitwerking van lessen die gaan over het voorkomen van verstorend gedrag en pestgedrag, kan het onderwerp meidenvenijn in een van de oefeningen in de toekomst wellicht aan de orde komen.

7. Heeft Kwink een leerlijn voor relaties en seksuele vorming?

Nee, Kwink heeft geen structurele leerlijn hierover in de zin van een curriculum. Wel biedt Kwink bij de jaarlijkse, landelijke Week van de Lentekriebels altijd een nieuw, extra katern uit (met poster) over dit thema. Ook in de afzonderlijke lessen komen aspecten van relaties en seksuele vorming aan de orde.

8. Wat is het verschil tussen de Kwink van de Week en de Kwink-slagen?

Kwink van de Week
Kwink werkt met een zogenaamde Kwink van de Week. Dit is de concrete gedragsverwachting, gebaseerd op het lesdoel. Altijd geformuleerd in een actieve vorm.

Kwink-slagen
Kwink-slagen zijn basistechnieken die kinderen leren om volgens een vaste aanpak bepaalde situaties op te lossen. Als kinderen die technieken telkens op eenzelfde manier toepassen en daarmee succes ervaren, wordt de aanpak geïnternaliseerd. Zo kunnen ze belangrijke slagen maken en wordt de transitie van de les dus extra sterk.
Kwink heeft de volgende Kwink-slagen ontwikkeld:

  • De aardigspreker: deze techniek maakt kinderen bewust van het belang om iets op een aardige manier te zeggen.
  • De keuzechecker: deze techniek helpt om een afgewogen keuze te maken, ook rekening houdend met de gevolgen die deze keuze voor een ander heeft.
  • De zelfvertrouwer: deze techniek werkt bewust aan het zelfvertrouwen van kinderen, zowel fysiek als cognitief. Deze techniek helpt daarbij.
  • De verderkijker: deze techniek helpt kinderen bij de ontwikkeling en inzet van empathie.
  • De zelfontspanner: deze techniek helpt een kind om doelgericht te werken aan een rustig gevoel. Dat begint in het lijf en werkt door in het hoofd.
9. Hoe werkt het Kwink emotiewiel?

Het Kwink emotiewiel is het hulpmiddel waarmee Kwink op gestructureerde en voor kinderen herkenbare wijze emoties en emotiewoorden een plek geeft in de methode. Het instrument helpt ze taal te geven aan hun gevoelens en de nuances daarin. Met behulp van het Kwink emotiewiel bouwen de kinderen systematisch een emotiewoordenschat op vanuit een basislijst van 32 woorden. Deze woorden komen actief terug in de diverse lessen. Het is een minimumprogramma aan woorden dat de kinderen kennen en zelf in het dagelijks sociaal verkeer gebruiken en bewust kunnen inzetten. Deze basiswoordenschat kan de leerkracht naar eigen inzicht uitbreiden met aanvullende woorden tot een totaal van 64 woorden.

De basisset voor de onderbouw bestaat uit de acht basisemoties die te vinden zijn in de eerste ring van het emotiewiel.
In de midden- en bovenbouw wordt deze basisset uitgebreid met de 24 emotiewoorden in de tweede ring van het emotiewiel.
Meer weten? Ga op het Digibord (achter de inlog) naar MEER INFORMATIE > ONDERBOUW > KWINK EMOTIEWIEL.
De uitleg staat bij MEER INFORMATIE ook onder de menu’s MIDDENBOUW en BOVENBOUW.

1. Waarom kiezen jullie voor de term ‘sociaal-emotioneel leren’ in plaats van de term ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’?

Kinderen ontwikkelen zich hoe dan ook. Maar omdat die ontwikkeling niet zomaar goed komt, is een bewust leerprogramma nodig om de sociaal-emotionele ontwikkeling in goede banen te leiden. Dat is sociaal-emotioneel leren (SEL) waarmee kinderen op een planmatige, positieve en consequente wijze fundamentele levensvaardigheden (competenties) verwerven.

2. Wat is de link tussen Kwink en ‘Groepsplan Gedrag’ van Kees van Overveld?

Kees van Overveld is inhoudelijk adviseur van Kwink. Veel van de wetenschappelijke inzichten die hij in zijn boek ‘Groepsplan Gedrag’ heeft beschreven zijn in Kwink terug te vinden. Ook de praktische voorstellen die Kees van Overveld in zijn boek doet, komen nadrukkelijk terug in de methode. Kwink is niet hetzelfde als Groepsplan Gedrag, want dat laatste is een schriftelijk planningsmodel waarin de leraar vastlegt hoe zijn groep zich ontwikkelt en zou moeten ontwikkelen en brengt ondersteuningsbehoefte van leerlingen in kaart. Kwink biedt wel tools aan die informatie verschaffen, zoals SCOL, Kindbegrip en tips voor observaties.

3. Met welke competenties werkt Kwink?

Dat zijn:
1. Besef hebben van jezelf (ik);
2. Zelfmanagement (ik);
3. Besef hebben van de ander (jij);
4. Relaties kunnen hanteren (jij);
5. Keuzes kunnen maken (wij).
Kwink zet deze vijf SEL-competenties uit in een leerlijn voor de hele school, verbindt die aan de groepsfases en creëert zo de beste voorwaarden voor een veilig leer- en leefklimaat.

4. Kan ik in het kader van passend onderwijs met Kwink uit de voeten?

Ja, dat kan. Niemand wil dat gedrag van kinderen uit de hand loopt. Immers, dit type gedrag kan het klimaat in de groep negatief beïnvloeden. Veel van die gedragsproblemen zijn door het aanbieden van goed onderwijs te voorkomen. Preventie is daarbij het sleutelwoord en is nauw verbonden met veiligheid. Zeker in het kader van passend onderwijs is vroegtijdige signalering, gevolgd door snelle, lichte maatregelen en interventies, van groot belang. Onderzoek bevestigt dat preventie vele malen effectiever en daardoor ook goedkoper is, dan achteraf (curatief) repareren. Kwink is volledig gebaseerd op deze preventieve aanpak.

5. Kwink werkt met een fictieve dierenwereld. Wat is de kracht hiervan?

Kwink werkt actief aan dat veilige klimaat en opent bovendien voor kinderen via internet een oefenomgeving door een fictieve ‘wereld’ aan te bieden waarin dieren, met uitgesproken menselijk gedrag, situaties meemaken die zich ook in de gewone wereld kunnen voordoen, zodat er herkenning en/of identificatie mogelijk is voor kinderen. Ze lopen daardoor als het ware voor even in een ‘verhaal’ dat vragen oproept, laat verwonderen, verbindt, uitdaagt, verrast enz. Kwink kiest voor de onder-en middenbouw bewust voor een fictieve dierenwereld in plaats van voor verhalen uit het leven van kinderen zelf. Die laatste kunnen (te) dicht op de huid van kinderen komen waardoor ze zich niet meer veilig genoeg voelen om erover te praten of erop te reflecteren. Met dierenverhalen – aangeboden in de vorm van animaties – is er een natuurlijke afstand. Kinderen hoeven die situaties niet per se zelf meegemaakt te hebben om zich er toch mee te kunnen identificeren. De animaties maken ze herkenbaar en invoelbaar voor hen.

De kinderen van groep 1 t/m 6 maken kennis met een groot aantal dieren in Kwink. Welke dat zijn? Bekijk het kennismakingsfilmpje ‘Welkom in Kwink’ op het Digibord (achter de inlog) in het onderdeel MEER INFORMATIE > ONDERSTEUNING.

Voor kinderen van de groepen 7/8 werkt Kwink met filmpjes die gemaakt worden met jongeren van een toneelopleiding uit Amersfoort.

6. Hoe zie ik het geleerde terug in de praktijk?

Het gevaar dreigt dat de leeropbrengst niet verder komt dan identificatie en beleving tijdens de les. Daarom staat de transitie in elke Kwink-les centraal. Op verschillende manieren: met een beschrijving van het belang van de transitie in de desbetreffende les; met concrete suggesties bij het toepassen van de Kwink van de Week (de gedragsverwachting) en met een apart onderdeel SUGGESTIES VOOR TRANSITIE aan het eind van elke les met concrete tips. Dat zijn activiteiten, in en buiten de Kwink-les om, die het mogelijk maken om het geleerde in de fictieve wereld te vertalen en toe te passen in de wereld van de kinderen.

7. Hoe stimuleer ik de emotionele woordenschat van kinderen?

Kwink bouwt met het zogenaamde Kwink emotiewiel systematisch een emotiewoordenschat op vanuit een basislijst met in totaal 64 woorden. Deze woorden komen actief terug in diverse lessen. Kwink doet dit om de volgende reden: Hoe genuanceerder een kind zijn emoties kan benoemen, hoe beter een ander zijn emoties en gedrag kan invoelen en/of begrijpen. Daarom is het belangrijk om structureel en planmatig aan de emotiewoordenschat van kinderen te werken. Dit taalaanbod gaat vóór taalproductie. Jonge kinderen kunnen relatief moeilijke emotiewoorden aan als we die in een betekenisvolle context laten klinken. Ze zullen die woorden, als deze onderdeel zijn geworden van hun eigen passieve woordenschat, vanzelf gaan gebruiken om hun eigen emoties en die van anderen onder woorden te brengen. Door de juiste emotiewoorden te gebruiken kun je aan jezelf en anderen duidelijk maken hoe je je voelt en waarom je je op een bepaalde manier gedraagt. Daardoor neemt de kans op misverstanden en conflicten af en verloopt de interactie met anderen beter.

8. Wat is het didactische model van Kwink?

Kwink werkt structureel met een ingekorte versie van het zogenaamde EDI-model: effectieve, directe instructie en heeft de vijf fases per les ook zichtbaar verwerkt op het digitale schoolbord, zowel in de beschrijving van de lesopbouw voor de leraar als voor de kinderen. Binnen dit model is zowel rekening gehouden met de algemene onderwijsbehoefte als met de groepsspecifieke. Kwink zet vooral de kinderen zelf aan het werk met allerlei activerende en coöperatieve werkvormen.

9. Heeft Kwink ook effect op de resultaten van leervakken?

Internationaal onderzoek wijst uit dat leerlingen van scholen die sociaal-emotioneel leren vormgeven door middel van een sterk ingevuld SEL-programma, zoals Kwink, hoger scoren op taal, lezen en rekenen dan scholen die dat niet doen. Het is belangrijk de balans tussen die twee (SEL versus schoolse vakken) goed in evenwicht te houden waardoor er ruim voldoende tijd overblijft voor het structureel verbeteren van het pedagogisch klimaat. Want als je dat op een planmatige manier doet, verbetert niet alleen de sfeer in de groep maar kunnen ook de cognitieve prestaties met 13% stijgen. Méér aandacht voor sociaal-emotioneel leren is dus kans op méér leeropbrengst.

10. Vullen Kwink en PBS elkaar aan?

Ja, PBS sluit mooi aan bij het idee dat gedrag binnen een grotere groep verbeterd kan worden, mede door het preventief aan te pakken. PBS is een  raamwerk voor een schoolbrede gedragsaanpak waar andere interventies, waaronder ook Kwink, goed inpassen.

We wijzen je graag op het speciale lesprogramma ‘Goed gedrag voor een veilige school’ dat de makers van Kwink hebben ontwikkeld in samenwerking met psychologe en gedragsspecialist Barbara Janssens. Goed gedrag biedt 20 gedragslessen, voorafgegaan door drie waardenlessen, die kinderen positief, goed gedrag aanleren gekoppeld aan de diverse ruimtes in de school.

11. Wat doet Kwink aan de 21e eeuwse vaardigheden?

Welke vaardigheden hebben kinderen nodig om goed te kunnen participeren in de 21e eeuw? Deze vraag is – in opdracht van het ministerie van OCW – beantwoord door de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO). Bovendien heeft de SLO een quickscan ontwikkeld voor scholen die snel een beeld geeft van de mate waarin er in het curriculum aandacht wordt besteed aan 21e eeuwse vaardigheden. Dit zijn de 21e eeuwse vaardigheden: creativiteit – kritisch denken – probleemoplossend denken – communiceren – samenwerken – sociale en culturele vaardigheden – digitale geletterdheid – zelfregulering.

Kwink werkt acht jaar lang aan de 21e eeuwse vaardigheden. Die vaardigheden sluiten ook aan bij de vijf competenties in Kwink voor sociaal-emotioneel leren. Digitale geletterdheid lijkt de vreemde eend in de bijt, maar Kwink werkt ook aan mediawijsheid van kinderen. De vaardigheid ‘zelfregulering’ gaat over het realiseren van doelgericht en passend gedrag, een van de hoofddoelen van Kwink.

1. Voldoen we met Kwink aan alle inspectie-eisen voor sociale integratie?

Ja, volledig.

2. Wat doet Kwink aan burgerschap?

Kwink bevordert actief burgerschap en sociale integratie. Scholen hebben sinds 2006 ook de wettelijke opdracht dit te doen. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie is de deelname van burgers ongeacht hun etnische of culturele achtergrond aan de samenleving, in de vorm van participatie en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Met name kerndoelen 36, 37 en 38 worden gezien als een nadere invulling van deze wettelijke opdracht. Kwink verwerkt aspecten van burgerschap in de lessen en heeft daarnaast ook nog een aparte leerlijn burgerschap voor alle groepen op www.kwinkvoorburgerschap.nl.

3. Wat doet Kwink aan mediawijsheid?

Kwink leert kinderen op een verstandige en prettige manier omgaan met de nieuwe media. Dit onderwerp vind je in verschillende lessen terug. Waarom? Omdat het van belang is dat scholen alert zijn op de risico’s die zich kunnen voordoen, bijvoorbeeld als er sprake is van tendensen tot onverdraagzaamheid of radicalisering onder kinderen of in de omgeving waar kinderen opgroeien. Kwink biedt voor de jaarlijkse Week van de Mediawijsheid een gratis katern met lessuggesties aan.

4. Is Kwink meetbaar en zo ja, accepteert de Inspectie dit leerlingvolgsysteem?

Kwink sluit volledig aan bij de voor deze methode relevante kerndoelen en is meetbaar in SCOL en Kindbegrip. Deze meetinstrumenten worden door de Inspectie geaccepteerd. Voor andere meetinstrumenten op het gebied van SEL is Kwintessens in overleg met uitgevers over een koppeling met Kwink. Zodra dat gerealiseerd is, maakt Kwintessens hiervoor een speciaal katern. Kijk voor meer informatie op het Digibord (achter de inlog) onder MEER INFORMATIE > ONDERBOUW / MIDDENBOUW / BOVENBOUW.

5. Voldoet Kwink aan de kerndoelen?

Kwink voldoet aan de volgende kerndoelen:
– Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
– Kerndoel 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.
– Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht (…) en als consument.
– Kerndoel 36: De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse (…) staatsinrichting en hun rol als burger.
– Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
– Kerndoel 38: De leerlingen leren (…) respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
– Kerndoel 39: De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
– Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
– Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

6. Is Kwink aangemeld bij de databank effectieve interventies van het Nederlands Jeugd Instituut?

Ja. Het NJI heeft Kwink erkend als ‘theoretisch goed onderbouwd’. De complete verantwoording kun je hier downloaden.

7. Voldoe ik met Kwink aan de wet Sociale veiligheid op school?

Sinds augustus 2015 is de wet ‘Sociale veiligheid op school’ van kracht. Die verplicht scholen voor iedere leerling een sociaal veilige leeromgeving te waarborgen. Kwink heeft die sociaal veilige leeromgeving ook als doel. Pesten bedreigt deze veiligheid. Daarom zeggen o.a. de sectorraden en de Stichting Veiligheid op School: ‘Scholen moeten pesten proactief aanpakken, als onderdeel van een brede aanpak op school’. Kwink biedt die proactieve, preventieve aanpak met een methode voor de hele school. Dit vinden de sectorraden belangrijk:

  • Schoolbrede aanpak: samenhangende interventies, waaronder een methode.
  • Duidelijke normen en waarden: open schoolcultuur waarin leerlingen eigen verantwoordelijkheid hebben, inclusief bewustzijn van kernwaarden school, normen en regels.
  • Pedagogisch vakmanschap: een leerkracht die grensoverschrijdend gedrag signaleert en daarop ingrijpt en die weet dat het begin van het schooljaar (groepsvorming) cruciaal is.
  • Brede interventies: methodes of programma’s die een sociaal veilig schoolklimaat helpen realiseren.

Belangrijk om te weten:

  • Kwink voldoet aan de aandachtspunten van de sectorraden.
  • Het hanteren van een bewezen effectief anti-pestprogramma is niet nodig.
8. Biedt Kwink ook een meetsysteem voor de verplichte monitoring van de sociale veiligheid en het welbevinden van kinderen?

Nee, dat biedt Kwink niet. Kwink is meetbaar in de SCOL en Kindbegrip. De inspectie van het onderwijs heeft deze meetinstrumenten goedgekeurd. Voor Kindbegrip zijn de Kwink-lessen bij de dimensies van Kindbegrip te vinden op het Digibord (achter de inlog) onder MEER INFORMATIE > ONDERBOUW / MIDDENBOUW / BOVENBOUW.

1. Wij willen een anti-pestprotocol/-programma in elke groep. Heeft Kwink die?

Nee, dat biedt Kwink niet aan. Kwink gaat er namelijk vanuit dat pestgedrag om een preventieve aanpak vraagt waarbij het sociaal-emotioneel leren van de groep de hoogste prioriteit krijgt. Dat leidt tot een veilige, sterke en positieve groep waarin pestgedrag niet voorkomt. Een anti-pestprogramma of -protocol is dan niet nodig.

2. Ik werk handelingsgericht. Past Kwink daarbij?

Kwink verwerkt in haar methodiek nadrukkelijk de principes van handelingsgericht werken.

3. Zijn er ook sociogrammen bij Kwink?

Nee, die biedt Kwink niet zelf aan. Wel raadt Kwink het gebruik ervan (twee keer per jaar) aan. Veel scholen hebben eigen sociogrammen die goed ingezet kunnen worden.

4. Wat biedt Kwink voor ouders en kinderen thuis?

Kwink brengt vier keer per schoolseizoen de Koelkastposter uit. Speciaal voor ouders en kinderen thuis. De poster vermeldt de lesinhouden en biedt speelse activiteiten voor sociaal-emotioneel leren thuis. De poster komt telkens beschikbaar op kwinkopschool.nl bij de start van vijf nieuwe lessen. Je vindt de poster voor thuis op deze pagina en bij de lessen op het Digibord onder de knop LEERKACHT > VOORBEREIDING > VOOR THUIS.
Ouders kunnen ook digitaal het Kwink magazine lezen én het speciale Kwink oudermagazine op de pagina voor ouders.

Er verschijnt vier keer per jaar een speciale ouderbrief. Die staat bij de lessen onder de knop LEERKACHT > VOORBEREIDING > VOOR THUIS.

Om Kwink onder de aandacht te brengen van ouders heeft Kwink een kant-en-klare inhoud ontwikkeld om een informatieve en interactieve ouderavond te kunnen organiseren. Deze inhoud is te vinden op het Digibord onder MEER INFORMATIE > ONDERSTEUNING.

1. Waarom is het handig als ik Kwink heb om ook Kwink voor burgerschap te gebruiken?

Als je al met Kwink voor sociaal-emotioneel leren (SEL) werkt, sluit Kwink voor burgerschap hier naadloos op aan. De didactische opbouw en werkwijze zijn vergelijkbaar, wat het voor jou en je leerlingen eenvoudiger maakt om ermee te werken. Dit biedt een uniforme aanpak en consistentie binnen de school.

2. Hoe is Kwink voor SEL afgestemd op Kwink voor burgerschap?

Kwink voor burgerschap gebruikt dezelfde SEL-competenties en een soortgelijke aanpak als Kwink voor SEL. Hierdoor kun je dezelfde didactiek toepassen, en dit versterkt de integratie van sociaal-emotioneel leren en burgerschapsonderwijs in de dagelijkse schoolpraktijk.

3. Voldoet Kwink voor burgerschap aan de eisen van de inspectie?

De lessen van Kwink voor burgerschap leveren jouw school een bijdrage om te voldoen aan wat de Onderwijsinspectie van je vraagt. De lessen zijn afgestemd op de conceptkerndoelen van SLO en behandelt thema’s zoals diversiteit, inclusie en democratische waarden.

4. Wat is de waarde van Kwink voor burgerschap voor de school?

Kwink voor burgerschap draagt bij aan de schoolcultuur door praktische tools te bieden voor het overdragen van waarden, vaardigheden en attitudes. Het kan geïntegreerd worden in andere vakken en activiteiten, waardoor het een sterke basis vormt voor zowel sociaal-emotioneel leren als burgerschap.

5. Wat is de impact van Kwink voor burgerschap?

De lessen helpen leerlingen om kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen die essentieel zijn in een diverse en democratische samenleving. Ze leren vreedzaam en gelijkwaardig met anderen om te gaan en ontwikkelen een bewustzijn van hun rol in de samenleving.

6. De kerndoelen van SLO wijzigen; worden de lessen dan ook aangepast?

Ja, Kwink voor burgerschap is afgestemd op de nieuwe conceptkerndoelen van SLO. Dit zorgt ervoor dat de lessen aansluiten bij de actuele onderwijsdoelen en blijven voldoen aan de vereisten.

7. Is er een overzicht van de kerndoelen en de Kwink voor burgerschaplessen?

Ja, in dit overzicht wordt per kerndoel aangegeven welke lessen erop aansluiten. Bijvoorbeeld: Kerndoel 1 over schoolcultuur wordt behandeld in lessen 3 en 13.

8. Waarom wordt Kwink voor burgerschap een leerlijn genoemd?

Kwink voor burgerschap is een gestructureerde serie lessen die is ontworpen om leerlingen systematisch kennis en vaardigheden bij te brengen over burgerschap. Het biedt een doorlopende lijn van onderbouw naar bovenbouw, met een focus op sociale, emotionele en maatschappelijke ontwikkeling.

9. Waar vind ik de lessen Kwink voor burgerschap?

De lessen zijn beschikbaar via de online omgeving van Kwink voor burgerschap. Dit platform biedt een gebruiksvriendelijke toegang tot de volledige leerlijn.

10. Wat adviseren jullie als we Kwink voor SEL hebben?

Het is aan te raden om Kwink voor burgerschap te gebruiken als aanvulling, aangezien de aanpak en didactiek overeenkomen. Dit zorgt voor een consistente leerlijn binnen je school.

11. Wat adviseren jullie als we nog geen keuze gemaakt hebben en geen Kwink gebruiken?

Starten met Kwink voor burgerschap biedt een uitstekende basis voor zowel sociaal-emotioneel leren als burgerschapsonderwijs. Het programma is flexibel en kan gemakkelijk worden geïntegreerd in de bestaande schoolstructuur.

1. Welke extra materialen biedt Kwink aan?

Kwink biedt het katern ‘Circus IK’ aan om het vakmanschap van leerkrachten te versterken binnen een school met een gedifferentieerde aanpak. Scholen met een gedifferentieerde gedragsaanpak hebben vaak een veilig pedagogisch klimaat. Kenmerken: rust, weinig incidenten, problemen worden snel opgelost. Deze scholen weten hoe ze met leerlinggedrag omgaan en doen dit vooral preventief. Dat sluit fantastisch aan bij de aanpak van Kwink.
Inhoud katern: theoretische achtergronden, de preventiepiramide, effectieve tips voor gesprekken in het team over hoe je aan fundamentele preventie en pedagogisch vakmanschap kunt werken. En… het creatieve instrument Circus IK – ontwikkeld in samenwerking met Kees van Overveld – waarmee je taal geeft aan gedrag en daarop kunt reflecteren.

Het krachtige instrument Circus IK staat voor Kwink-abonnees op het Prikbord (achter de inlog). Waarom het beeld van een circus? Op sommige momenten kan een hoofd van een leerling vol zitten met gedachten en emoties. Dan is het figuurlijk een ‘circus’ in het hoofd. Hij/zij is de enige die kan bepalen voor welke oplossingen hij/zij dan kiest. Daarom heet de aanpak: ‘Circus IK, in dit Circus kies jij!’ Kinderen kunnen voor drie oplossingen gaan: aanpakken, aanvallen of verstoppen.

Kwink biedt ook jaarlijks een aantal gratis, telkens nieuwe katernen aan. Die zijn bedoeld voor de Gouden Weken, de Week Tegen Pesten, de Week van de Mediawijsheid en de Week van de Lentekriebels.

Er is nog een groot aantal andere SEL-producten ter ondersteuning van Kwink. Die vind je op deze pagina met SEL-producten.

1. Wat kost een jaarabonnement op Kwink?

Kwink werkt met een jaarabonnement. De kosten: € 150,- per groep per jaar (voor het schooljaar 2025-2026). Na betaling krijg je toegang tot het lesmateriaal op het Digibord van de website van Kwink (www.kwinkopschool.nl). Voor alle groepen uiteraard. Kwink biedt ieder jaar nieuw materiaal aan. Dus altijd actueel!

2. Wat zijn de kosten voor een school voor SBO of SO?

Hiervoor hebben we een speciaal abonnementstarief, omdat scholen voor SBO en SO met kleinere groepen leerlingen werken. We hanteren deze regeling: het aantal groepen dat in we rekening brengen wordt bepaald door het totaalaantal leerlingen van de school te delen door 25. Dus heb je bijvoorbeeld een SBO met 8 groepen en 124 leerlingen, dan brengen we geen 8 groepen maar 124 : 25 is 5 groepen in rekening. Wel is het zo dat we altijd een minimumaantal van 3 groepen in rekening brengen.

3. Wij werken met combinatiegroepen/units. Hoe worden de abonnementskosten berekend?

Een combinatiegroep van twee of drie leerjaren telt bij de prijsberekening als één groep.

Werkt de school met units, dan baseren wij de abonnementsprijs op het aantal leerlingen. De kosten bedragen dan € 150,- per 25 leerlingen (per jaar).

4. Waar vind ik de abonnementsvoorwaarden van Kwink?

Meer informatie over het afsluiten van een abonnement op Kwink vind je op de website van Kwintessens op de pagina Algemene voorwaarden; hier kun je de abonnementsvoorwaarden downloaden.