Ik heb een combinatiegroep 3/4 en mijn collega een 6/7. Welke bouwen kunnen we het beste gebruiken?

Kwink kent drie bouwen: groep 1/2/3, groep 4/5/6 en groep 7/8. Omdat Kwink online wordt aangeboden, kun je bij al het materiaal. Het lijkt slim om het schooljaar voor groep 3/4 te starten met het materiaal voor groep 1/2/3. Na de herfstvakantie (of later) kun je dan overstappen naar het materiaal voor groep 4/5/6.

Groep 6 kan – afhankelijk van het niveau van de betreffende groep – het beste meedoen met groep 7/8.

Kan ik ook thuis een les voorbereiden?

Dat kan, door in te loggen op Kwink via Basispoort. 
Heeft jouw school nog geen toegang tot Kwink via Basispoort, neem dan contact op met onze abonnementenservice.

Moet ik de volgorde van de lessen aanhouden?

Kwink stelt vijf belangrijke groepsfases centraal. Als de eerste drie fases (tot en met de herfstvakantie) goed doorlopen worden, is de basis gelegd voor een goed en fijn schooljaar. Daarom is het van belang om de volgorde van de eerste vijf lessen, in de fases van forming, norming en storming, aan te houden. De lessen in de performingsfase (14 lessen) hoeven niet per se in een vaste volgorde gegeven te worden. De laatste les is speciaal voor de laatste weken van het schooljaar (adjourning).

Kwink raadt overigens wel een vaste volgorde aan. Ook omdat de lessen na elkaar op de website verschijnen. Bovendien sluiten de lessen soms ook inhoudelijk aan bij speciale weken, zoals de Week van de Lentekriebels.

Hoe weet ik wat ik allemaal nodig heb voor een les?

Dat staat op het lesformulier en/of de bijbehorende downloads. Het digibord is altijd nodig.

Hoe kan ik Kwink in de klas/de school zichtbaar maken?

Dat kan op diverse manieren en dat kun je ook per les bepalen. Zo biedt Kwink bij elke les een zogenaamde Kwink van de Week: de concrete gedragsverwachting. Die Kwink van de Week is een download die je kunt printen en in de klas als poster kunt ophangen. Ook de zogenaamde Kwink-slagen (basistechnieken speficieke vaardigheden van leerlingen) zijn op posters verbeeld en kunnen in de klas een plek krijgen. De Kwink-slagen zijn er op twee niveaus: onder-/middenbouw en voor bovenbouw.

Hoeveel voorbereidingstijd vraagt een Kwinkles?

Dat is in z’n algemeenheid niet eenduidig te beantwoorden. In principe vind je alles kant-en-klaar op www.kwinkopschool.nl. Inclusief werkbladen, filmpjes (animaties), interactieve activiteiten, liedjes (ingezongen en soundmix) en alle activiteiten die je met de kinderen doet of zelf laat uitvoeren. Gemiddelde voorbereidingstijd per les: 10 minuten.

Hoe lang duurt een les?

Gemiddeld 45 minuten. Als de les langer wordt, raden we je aan de activiteiten bij het onderdeel OEFENEN tijdens een vervolgles te doen. Sluit wel altijd af met de Kwink van de Week. Dit is van belang voor de transitie.

Kan ik kinderen die extra sociale vaardigheden moeten ontwikkelen buiten de groep Kwink-lessen geven?

Nee, dat kan niet. Kwink is bedoeld voor preventieniveau 1, een aanpak voor alle kinderen uit een groep die individuele kinderen niet stigmatiseert. Die aanpak is, in combinatie met goed klassenmanagement, voldoende voor 85 tot 90% van de kinderen. Kinderen in preventieniveau 2 (7-10%) hebben een specifiek aanbod van programma’s voor leren en gedrag nodig. En kinderen in preventieniveau 3 (3-5%) zijn gebaat bij een gedragsfunctieanalyse en ondersteuning die nauw aansluit bij hun ontwikkelingsbehoefte.

Je kunt wel gebruikmaken van het archief van Kwink om lessen (of een onderdeel eruit) die je eerder gegeven hebt nog een keer te herhalen. Ook in te zetten als je een actuele les niet voldoende vindt en wilt aansluiten bij de leerbehoefte van je groep.

Ik vind de lessen te lang duren. Wat kan ik schrappen?

Dat hangt sterk af van de ontwikkelingsbehoefte van de groep. De lessen zijn zorgvuldig opgebouwd. Schrappen kan dus niet zomaar. Je kunt dan beter de les over twee momenten verdelen. We raden je aan te stoppen na een aantal werkvormen in de fase OEFENEN. Het is wel belangrijk altijd de CHECK-fase te doorlopen. Dit kan ook als OEFENEN nog niet is afgerond.

Hoeveel lessen in een jaar kan ik geven?

Kwink biedt jaarlijks twintig compleet uitgewerkte lessen aan: vijf lessen in de fase tot de herfstvakantie (forming, norming, storming), veertien lessen in de performingfase en één les in de fase van adjourning. Door twintig lessen per schooljaar aan te bieden is er ruimte om in bepaalde periodes van het jaar het lesaanbod anders in te vullen. Bijvoorbeeld in verband met feestdagen of actuele gebeurtenissen.

Wil je elke week een Kwink-les geven? Dan raden we je aan de activiteiten bij het onderdeel OEFENEN tijdens een vervolgles te doen. Sluit wel altijd af met de Kwink van de Week. Dit is van belang voor de transitie.

Hoe krijg ik snel overzicht over de lesinhoud van Kwink?

Bij elke les biedt Kwink een LESSCHEMA. Dit is opgenomen in de lesbeschrijving.

Waar vind ik het jaaroverzicht met lesinhouden?

Het jaaroverzicht en de planning staan op het Prikbord op de Startpagina van Kwink (na de inlog). En bij elke les onder de knop LEERKRACHT (tab VOOR DE LEERKRACHT). Dit lesoverzicht geeft een indruk van alle twintig lessen voor onder-, midden- en bovenbouw en wordt iedere veertien dagen actueel gehouden.

Kan ik Kwink ook met andere programma’s voor SEL combineren?

Kwink is een complete methode voor alle groepen van de basisschool en heeft geen aanvulling nodig. Natuurlijk is het naar inzicht van de school altijd mogelijk om onderdelen van andere programma’s toe te voegen. Het is daarvoor belangrijk om te kijken naar:
- de fase van groepsvorming. In welke fase biedt Kwink een bepaalde les aan (norming, forming, storming, performing of adjourning) en past de gewenste aanvulling ook bij die fase?
- de inhoud en het doel van de Kwink-les. Ondersteunt de aanvullende activiteit uit een ander programma ook werkelijk hetzelfde doel en past het bij de inhoud?
- de te verwachten effecten. Helpt de aanvulling bij het versterken van de leeropbrengst?
- overzicht voor de leerlingen. Begrijpen de leerlingen nog waar het programma overgaat, passen de vormen bij elkaar enz.?
- de Kwink van de Week. Zijn de aanvullende activiteiten een versterking van de gedragsverwachting (Kwink van de Week)?
- de transitie. Maken de aanvullende activiteiten een goede transitie (het in prakrijk brengen van het geleerde) mogelijk?

Zijn nieuwe leerkrachten snel op de hoogte van Kwink?

Deze vraag is in zijn algemeenheid niet eenduidig te beantwoorden. Veel hangt af van de begeleiding die een nieuwe leerkracht krijgt van zijn collega’s, de IB-er en/of de Kwink-coach. In basis is Kwink een toegankelijke methode waarbij de overzichtelijke structuur van de lessen op het Digibord helpend zijn.

Naast het kunnen omgaan met de knoppenstructuur is het ook belangrijk dat leerkrachten de uitgangspunten en doelen van Kwink begrijpt en onderschrijft. En dat hij of zij de fases van groepsvorming, de vijf SEL-competenties, het gebruik van het Kwink emotiewiel, de Kwink-slagen, de Kwink van de Week en het belang van transitie kent.
Kwink biedt diverse filmpjes voor leerkrachten om snel inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van Kwink. Er is ook een handleiding beschikbaar via het Digibord: MEER INFORMATIE > ONDERSTEUNING.

Is Kwink in het Engels beschikbaar voor anderstalige leerlingen en hun ouders?

Kwink is er niet in het Engels.

Besteedt Kwink extra aandacht aan de invulling van de Zilveren Weken?

Hiervoor is binnen Kwink geen extra materiaal. Het is belangrijk om in deze periode na de kerstvakantie opnieuw aandacht te besteden aan de groepsvorming en aan de gemaakte regels en afspraken. We verwijzen scholen hiervoor graag naar het katern ‘Kwink &... de Gouden Weken’. Hierin staat verschillende activiteiten voor groepsvorming die prima herhaald kunnen worden tijdens de Zilveren Weken.

Is Kwink ook geschikt voor scholen voor SBO en SO?

Kwink is ontwikkeld voor het regulier primair onderwijs. Maar ook scholen voor SBO en SO maken gebruik voor Kwink, omdat ze onder andere enthousiast zijn over het vele beeldmateriaal en de tweewekelijkse nieuwe filmpjes. In alle gevallen passen deze scholen de werkvormen zelf aan aan het niveau van hun leerlingen.